-
1 aankunnen
1 [opgewassen zijn tegen] être de taille à2 [berekend zijn voor] être capable de3 [in staat zijn te gebruiken] pouvoir avaler♦voorbeelden:de situatie niet meer aankunnen • être dépassé par les événementshij kan de wereld aan • il veut tout avaler¶ ervan op aankunnen • pouvoir compter sur qc.kan ik ervan op aan? • je peux y compter? -
2 kunnen
1 [algemeen] pouvoir2 [vermogen, geschiktheid] savoir♦voorbeelden:hij kan het niet meer bijhouden • il est débordédat kan híj doen! • il peut se le permettre, lui!je kunt hier heel lekker eten • on mange très bien, iciu kunt gaan • vous pouvez disposerje kunt gaan! • va-t-en, allez-vous-en!zijn ogen niet kunnen geloven • ne pas en croire ses yeuxhet met iemand kunnen vinden • s'entendre avec qn.elkaar kunnen vinden • réussir à se mettre d'accordzich in iets kunnen vinden • se reconnaître dans qc.ze kan uren voor zich uit zitten staren • il lui arrive de rester des heures à contempler le videhad jij dat gekund? • tu en aurais été capable?je kunt het of je kunt het niet • c'est une question de compétenceik kan daar niets mee (doen)laat eens zien wat je kunt • montre un peu ce que tu sais fairehij kan er wat van • il est rudement fortichehij kan er niet over uit • il en parle tout le tempswe kunnen er niet onderuit • il n'y a pas moyen d'y échapperhij kan niet meer • il n'en peut plusik kan niet meer van het lachen • je n'en peux plus de rirebuiten iets kunnen • pouvoir se passer de qc.ergens tegen kunnen • (pouvoir) supporter qc.tegen iemand op kunnen • être de taille à se mesurer avec qn.ervan op aan kunnen • pouvoir compter dessuserg goed kunnen leren • avoir une grande facilité pour apprendreniet kunnen liegen • être incapable de mentirniets kunnen onthouden • n'avoir aucune mémoiregoed kunnen paardrijden • être bon cavalier, bonne cavalièregoed kunnen tekenen • avoir un joli coup de crayonhij kan goed zingen • il chante bienhet zou kunnen • ça se pourraitdat kan zo wel • ça peut allerdat kan een andere keer wel • ce sera pour une autre foiszó kan het niet langer • ça ne peut plus durerhet deksel kan er niet af • on, je n'arrive pas à dévisser le couverclehet kan ermee door • ça iradie trui kán gewoon niet • ce pull est immettablehet kan niet op • il y en a en veux-tuze kán me wat! • qu'elle aille se faire voir ailleurs! • ↑ que veux-tu, que voulez-vous que j'en fasse? -
3 opgewassen
1 [+ tegen] de taille (à)♦voorbeelden:1 tegen iemand opgewassen zijn • valoir qn.tegen de omstandigheden opgewassen zijn • se montrer à la hauteur des circonstancestegen elkaar opgewassen zijn • se valoir -
4 aankunnen
-
5 ergens niet tegen opgewassen zijn
ergens niet tegen opgewassen zijnne pas être de taille à 〈+ onbepaalde wijs〉Deens-Russisch woordenboek > ergens niet tegen opgewassen zijn
-
6 man
♦voorbeelden:er zijn anderhalve man en een paardenkop • il n'y a que quatre pelés et un tondudie arme man • ce pauvre bonhommeeen geleerd man • un savantde gewone man • l'homme de la ruede juiste man op de juiste plaats • l'homme de la circonstanceeen oude man • un vieillardhij is daar de rechte man niet voor • ce n'est pas l'homme qu'il fauthij is er de man niet naar om • il n'est pas l'homme àman overboord! • un homme à la mer!zij waren vijf man sterk • ils étaient cinqiets aan de man brengen • trouver acheteurrecht op de man af spreken • parler cruop de man af • sans détouriemand iets recht op de man af zeggen • ne pas l'envoyer dire à qn.het kost een tientje per man • ça coûte dix florins par personneeen man van zijn woord • un homme de paroleeen man van niks • un rien du touteen gevecht van man tot man • un corps à corpsman voor man • un à unals één man • comme un seul hommeals een man • en homme〈 spreekwoord〉 een man een man, een woord een woord • chose promise, chose duemet hoeveel man zijn we? • combien sommes-nous?mans genoeg zijn om • être de taille à -
7 mans genoeg zijn om
mans genoeg zijn om -
8 tegen iemand op kunnen
tegen iemand op kunnenvaloir qn.————————être de taille à se mesurer avec qn. -
9 lang
3 [m.b.t. personen] grand (de taille)♦voorbeelden:twee weken lang • pendant quinze jourshet is zo lang als het breed is • c'est bonnet blanc et blanc bonnetlang duren • durer (longtemps)hij maakt het niet lang meer • il n'en a plus pour longtempslang meegaan • durerergens lang over doen • prendre beaucoup de temps à faire qc.de tijd valt me lang • je trouve le temps longhet vriest niet langer • il ne gèle plusals je denkt dat ik dat zal doen kun je lang wachten! • si tu crois que je vais faire cela, tu peux toujours courir!de dagen worden langer • les jours commencent à (s')allongeral lang • depuis longtempsal lang en breed thuis zijn • être rentré depuis longtempswe hebben het er lang en breed over gehad • nous en avons parlé en long et en largelang geleden • il y a longtempsdat heeft lang genoeg geduurd • cela a assez duréhoe lang blijf je? • combien de temps restes-tu?ik heb in lang niet zo gelachen • cela fait longtemps que je n'ai pas ri autantlang van stof zijn • être prolixein het lang zijn • être en longhet wordt hoe langer hoe erger • ça va de mal en pishoe langer, hoe liever • le plus longtemps sera le mieuxdat kan zo niet langer • cela ne peut plus durerdat smaakt lang niet slecht • ce n'est pas mauvais du touthij is nog lang niet zo ver • il n'y est pas encorehij is lang zo rijk niet als beweerd wordt • il est loin d'être aussi riche qu'on le prétendbij lange na niet • il s'en faut de beaucoupze zijn even lang • ils ont la même taille -
10 grootte
♦voorbeelden:vruchten van verschillende grootte • fruits de différentes grosseursboeken van verschillende grootte • livres de différents formatseen model op ware grootte • un modèle grandeur naturedoor zijn grootte kon het schip niet wenden • à cause de son tonnage, le navire n'a pu tournernaar grootte • par ordre de grandeurter grootte van een ei • gros comme un oeufgelijk van grootte zijn • être de même taille -
11 klein
♦voorbeelden:de kleine man, luiden • les petites genseen kleine woordenschat • un vocabulaire pauvreklein gebouwd zijn • être de petite taillehebt u het niet kleiner? • vous n'avez pas la monnaie?het vliegtuig maakt de afstanden kleiner • l'avion rapproche les distanceseen kledingstuk kleiner maken • rétrécir un vêtementklein schrijven • avoir une écriture finedie broek is hem te klein • ce pantalon est trop étroit pour luiuiterst klein verschil • différence minimeklein van geest • mesquinde kleine • 〈 baby〉 le petit, la petiteeen kleine drie kilometer • trois kilomètres au (grand) maximumin het klein • en miniaturein het klein verkopen • vendre au détailtwee is kleiner dan drie • deux est inférieur à troisklein maar dapper • petit de taille, mais grand de coeur〈 spreekwoord〉 wie 't kleine niet eert, is 't grote niet weerd • celui qui ne se baisse pas pour ramasser une épingle n'est pas digne de trouver une livre¶ iemand klein krijgen • mater qn.zich klein maken • se faire tout petit→ link=beer beer, link=boodschap boodschap, link=kopje kopje, link=kort kort, link=middenstander middenstander -
12 stuk
stuk1〈 het〉5 [aantrekkelijke vrouw, man] (beau) morceau♦voorbeelden:een stuk met iemand meelopen • faire un bout de chemin avec qn.de stukken opvegen • balayer les morceauxwerken dat de stukken er af vliegen • travailler d'arrache-piediets aan stukken slaan, gooien • mettre qc. en morceauxin, aan, bij stukken en brokken • fait de pièces et de morceauxiets in stukken scheuren • déchirer qc. en morceauxiets in drie stukken verdelen • diviser qc. en trois morceauxin stukken vliegen • voler en éclatseen stuk uit een boek voorlezen • lire un passage d'un livreeen stuk van haar leven • une partie de sa vieeen pond biefstuk aan één stuk • une livre de bifteck en un seul morceauaan één stuk doorpraten • parler sans interruptionuit één stuk vervaardigd • d'un seul morceaueen stuk beter • beaucoup mieuxmijn klas is een heel stuk voor • ma classe a pris une bonne avancezij is een stuk afgeslankt • elle a pas mal maigridat zou ons een stuk verder brengen • ça nous avancerait pas maliemand met stukken slaan • surpasser qn. de loinop geen stukken na • en aucune manièreeen stuk speelgoed • un jouetop stuk werken • travailler à la piècetwee gulden per stuk • deux florins pièceper stuk verkopen • vendre à la piècestuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • les pièces ont été remplacées l'une après l'autrehet zijn stuk voor stuk deugnieten • ce sont des vauriens, tous tant qu'ils sonteen tientje het stuk • dix florins piècetwintig stuks koeien • vingt vacheseen stuk of tien appels • une dizaine de pommesgeef me maar een stuk of wat schroeven • donne-moi quelques viseen ongefrankeerd stuk • un envoi postal non affranchieen stukje over dit onderwerp • un petit article sur ce sujet7 de ingekomen stukken • le courrier ‘arrivée’iets met de stukken kunnen bewijzen • pouvoir prouver qc. pièces à l'appuize spelen een nieuw stuk • ils jouent une nouvelle pièceeen broek met stukken • un pantalon rapiécéhij had stukken op zijn ellebogen • ses manches étaient rapiécées aux coudeseen stuk verdriet • un vrai poisoneen misselijk stuk vreten • un type écoeuranteen lui stuk vreten • un tire-au-flancop zijn stuk staan • rester ferme dans son opinionop zijn stuk blijven staan • persévérer (dans son opinion)iemand van zijn stuk brengen • déconcerter qn.een stuk in zijn kraag hebben • avoir un verre dans le nez————————stuk21 [aan stukken; defect] cassé2 [onder de indruk, ingenomen met] bouleversé♦voorbeelden:de klok is stuk • la pendule ne marche plusde automaat is stuk • l'appareil distributeur est en panneeen boek stuk lezen • abîmer un livre (à force de le lire)iets stuk slaan • démolir qc.het kopje viel stuk • la tasse s'est cassée (en tombant)helemaal stuk van iets zijn • être tout bouleversé par qc. -
13 gelijk van grootte zijn
gelijk van grootte zijn -
14 groot
1 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 grand 〈 meestal vóór zelfstandig naamwoord〉; 〈 bijwoord〉 en grand ⇒ 〈 moreel〉 grandement2 [belangrijk] important♦voorbeelden:voor een groot deel • en grande partieeen grote eter • un grand mangeureen groot gezelschap • une compagnie nombreuseeen groot gezin • une famille nombreusegroot kaliber • gros calibrebij mist groot licht • en cas de brouillard, allumez vos phareseen groot man • un grand hommede grote mensen • les grandes personneshet tekort is tien miljoen groot • le déficit est de dix millionsmet grote moeite • à grand-peinede grote stad • la grande villegrote stappen nemen • marcher à grands pasde grote vakantie • les grandes vacancesiemand groot verdriet doen • faire beaucoup de peine à qn.groot wild • gros gibier〈m.b.t. personen〉 dat wordt een hele grote • il, elle ira loinwat ben jij groot geworden! • comme tu as grandi!zich groot houden • se dominergroter gaan wonen • déménager pour habiter plus granddat moet je groot zien • il faut voir cela en grandzij zijn even groot • ils ont la même tailledaar ben je te groot voor • tu es trop grand pour çaKarel de Grote • Charlemagnein het groot handel drijven • être dans le commerce de groshij doet alles in het groot • il fait tout en grandhij is 5 cm groter dan zij • il a 5 cm de plus qu'elle -
15 klein gebouwd zijn
klein gebouwd zijn -
16 krachtig gebouwd zijn
krachtig gebouwd zijn -
17 krachtig
♦voorbeelden:een krachtig protest • des protestations énergiqueseen krachtige stijl • un style vigoureuxeen krachtige stroom • un fort courantkrachtige taal spreken • tenir un langage fermekrachtig gebouwd zijn • être taillé en forcekrachtig optreden • faire preuve de fermetékrachtiger worden • s'intensifierkrachtig voedsel • nourriture substantielleeen krachtige wijn • un vin qui a du corps
См. также в других словарях:
Être de taille à — ● Être de taille à être assez fort pour, être capable de … Encyclopédie Universelle
taille — [ taj ] n. f. • 1160; de tailler I ♦ A ♦ 1 ♦ Opération qui consiste à tailler (3o) qqch.; manière particulière de tailler; forme qu on donne à une chose en la taillant. ♢ Spécialt (1387) Taille des pierres. Pierre de taille, taillée. « Un gros… … Encyclopédie Universelle
taillé — taille [ taj ] n. f. • 1160; de tailler I ♦ A ♦ 1 ♦ Opération qui consiste à tailler (3o) qqch.; manière particulière de tailler; forme qu on donne à une chose en la taillant. ♢ Spécialt (1387) Taille des pierres. Pierre de taille, taillée. « Un… … Encyclopédie Universelle
TAILLE — n. f. Coupe, manière dont on coupe certaines choses, dont elles sont taillées. La taille des arbres. La taille des cheveux, de la barbe. Il se dit particulièrement en parlant du Bois, de la pierre ou du marbre que l’on coupe avec art et selon… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
taille — (tâ ll , ll mouillées, et non tâ ye) s. f. 1° Tranchant d une épée. • Il y avait des épées longues et sans pointe, qui ne servaient qu à frapper de taille, comme étaient celles des Gaulois, ROLLIN Hist. anc. Oeuv. t. XI, 1re part. p. 381,… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
taille — nf. (action ou manière de tailler), élagage ; grandeur, hauteur : TALYE (Albanais.001, Annecy, Balme Si., Billième.173, Leschaux, Table.290, Thônes.004), talyi (Peisey). A1) taille, ceinture, partie du corps comprise entre les épaules et les… … Dictionnaire Français-Savoyard
Taille-crayon — manuel en magnésium Un taille crayon est un instrument permettant de rendre pointue l extrémité d un crayon en taillant la matière qui entoure la Mine (crayon) et en affûtant celle ci. Il existe des taille crayons manuels, mécaniques et… … Wikipédia en Français
TAILLE-DOUCE — Ensemble de procédés de gravure à la main et d’impression qui se caractérisent par le fait que le dessin à reproduire est gravé en creux sur la plaque matrice. La taille douce s’oppose ainsi à la taille «d’épargne», généralement sur bois, où le… … Encyclopédie Universelle
taillé — taillé, ée (tâ llé, llée, ll mouillées) part. passé de tailler. 1° Dont on a coupé, retranché quelque partie, pour lui donner quelque forme, l ajuster à quelque usage. • Quel colosse de bronze et taillé doctement !, TRISTAN M. de Chrispe, I,… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Taille de bloc — (cryptographie) En cryptologie moderne, la cryptographie symétrique se divise en deux catégories : le chiffrement par bloc et le chiffrement par flot. Les chiffrements par bloc travaillent sur des blocs de bits dont la longueur est fixe. La… … Wikipédia en Français
Taille-plume — (écriture) Taille de la plume – ‘’Encyclopédie de Diderot ‘’ Un taille plume est un instrument destiné à façonner l extrémité d une plume d oie pour la rendre apte à écrire avec de l encre. Plusieurs sortes de taille plumes ont été utilisés … Wikipédia en Français